(gr. Korykion-Antron; corycische grot) een voor den eeredienst van Dionysus bestemde grot in de grieksche landstreek Phocis, op de hoogte van den Parnassus, waarheen bij de nadering der Perzen de tempelschat van Delphi in veiligheid gebracht werd.
Later geheel in vergetelheid geraakt, werd zij in 1812 door Clark weer teruggevonden; deze beschrijft haar als een complex van gangen, zalen en kamers, waaronder een ruimte van 60 m. lang en 12 m. hoog met bronnen en fraaie dropsteenfiguren. De Armatolen en aanvoerders der Klephten vonden daar dikwijls een veilige schuilplaats. Tegenwoordig Sarantavli.
