Gepubliceerd op 23-02-2021

Kolchis

betekenis & definitie

(Colchis) bij de Ouden naam van een land aan de oostkust der Zwarte zee (Pontus Euxinus), overeenkomend met de kuststreken van het tegenwoordige Imerethi en Mingrelië. K., in de vroegste oudheid beroemd als het legendarisch vaderland van Medea en het doel van den tocht der Argonauten, werd bewoond door de Kolchiërs, die Herodotus om lichamelijke hoedanigheden en zekere gewoonten voor afstammelingen der Egyptenaren verklaarde.

Wellicht hebben de Assyriërs daar omstreeks 680 egyptische krijgsgevangenen neergelaten. Hun verband met het perzische rijk was heel los en bestond slechts in het betalen van een schatting van schoone slavinnen. Mithridates VI onderwierp het volk en bestuurde het door prefecten. De Romeinen, met K. sedert het einde van den mithridatischen oorlog in aanraking gekomen, hadden in den keizertijd aan de kust van het schatplichtige land maar enkele vestigingen en kasteelen; het werd eerst door Traianus tot provincie gemaakt. Toenmaals was de oude beschaving van het land verdwenen en evenzeer het donkerkleurig, kroesharig slag van Kolchiërs; in hun plaats w7aren de Lazi (thans Lasen) gekomen. Het land was zeer vruchtbaar aan wijn en ooft.

Ook leverde het scheepstimmerhout, vlas en goudzand op. Aan de moerassige monding van de waterrijke Phasis (Rion) leefden de inwoners op paalwoningen. Aan de kust hadden ionische Grieken handelsnederzettingen, aldus te Pityus, Dioscurias, Neapolis en Phasis; in het binnenland de latere hoofdstad Cytaea, tegenwoordig Kutaïs.

< >