Gepubliceerd op 23-02-2021

Koenraad iii

betekenis & definitie

koning der Duitschers (1138—52), geb. in 1093, eerste souverein van Duitschland uit het huis Hohenstaufen, werd te Koblenz gekozen, doch vóór den vastgestelden tijd. Daarom weigerde Hendrik van Beieren en Saksen, bijgenaamd de Trotsche, hem in den aanvang te erkennen, doch toen de overige vorsten allen de gedane keuze bijvielen, onderwierp zich ook Hendrik.

Nu beval K. hem afstand te doen van een van zijn beide hertogdommen, onder het voorwendsel, dat het bezitten van twee hertogdommen door één vorst in strijd was met de gebruiken van het rijk. Hendrik weigerde, K. verklaarde hem van al zijn waardigheden vervallen, schonk Beieren aan Leopold van Oostenrijk en Saksen aan Albrecht van Brandenburg en deed zijn tegenstander in den rijksban. Een verwoede oorlog ontbrandde, waarin Hendrik de overhand behield. Na diens dood (1140) gelukte het K. echter den vrede te sluiten op voor hem niet ongunstige voorwaarden. De zoon van Hendrik den Trotsche behield Saksen, doch stond Beieren af aan Hendrik van Oostenrijk, Leopolds opvolger. Welf, broeder van Hendrik I, zette intusschen aan het hoofd der Beieren den krijg voort en legde de wapens niet neder voordat Koenraad een vergelijk met hem had getroffen ten einde ter kruisvaart te kunnen gaan, waartoe hij door Bernard van Clairvaux was opgewekt (zie Kruistochten).

Na zijn terugkeer uit het heilige land vingen de twisten met de Welfische vorsten weder aan, de Beieren weigerden opnieuw den markgraaf van Oostenrijk als vorst te erkennen en de jonge Hendrik vorderde dit hertogdom voor zich op. Te midden van deze verwikkelingen overleed K. te Bamberg. Den titel van keizer heeft K. nooit gedragen, aangezien hij niet als zoodanig door den paus was gekroond.

< >