deensch schrijver, geb. 18 Dec. 1760 te Kopenhagen, werd 1790 professor in de aesthetica te Kopenhagen en was sedert 1809 lid der tooneelcommissie; sedert 1816 trad hij opnieuw aan de universiteit op; hij overleed 22 April 1830. In een uit# voerige autobiographie (5 dln., 1824—29) schildert R. zelf zijn letterkundige werkzaamheid; hij schreef voorts lyrische gedichten (2 dln., 1794—1802), vaderlandsche tooneelwerken (3 dln., 1809—13) en verhalen (8 dln., 1785—1806).
Van meer invloed was zijn werkzaamheid als uitgever van verschillende tijdschriften (bovenal van de „Danske Tilskuer”, d. i. Deensche spectator; 1791—1808) en als letterkundig geschiedschrijver; zoo verschenen van hem: Holberg som Lystspildigter (3 dln., 1815—17), Om Skuespillerkunsten (1809) enz.
