provincie van zuidoostelijk China, tusschen Kwang-toeng, Hoe-nan, Hoepe, Nganhwei, Tsje-kiang en Foe-kien, 179.500 km.2 groot, in 1894 met 20½ millioen inw.; is bergachtig, doch tengevolge van de overvloedige bewatering vruchtbaar; de Kan-Kiang is de hoofdrivier, die zich, evenals alle andere rivieren van K., ontlast in het groote meer Po-jang-hoe. Hoofdstad is Nan-tsjang met circa 100.000 inw.
De hoofdproducten zijn thee, rijst, zijde, katoen en suikerriet.