Duitsch novellist en schrijver van krijgskundige werken (pseudoniem Bernd von Guseck), geb. 28 Oct. 1803 te Kirchhagen; hij werd in 1820 officier bij het pruisisch leger, in 1839 leeraar aan de krijgsschool te Frankfurt a/O., enz., hij overleed 8 Juli 1871 te Berlijn. Zijn verstrooide verhalen werden bijeenverzameld en onder de titels Novellen und Erzählungen (3 dln., Berlijn, 1844), Vom Borne der Zetten (3 dln, 1844) en Wildfeuer (2 dln , 1845) uitgegeven.
Yan zijn patriottische romans zijn te noemen : Die Stedinger (1837), Der Sohn de Mark (1848), Die Hand des Fremden (1857), Der erste Raub an Deutschland (1862), Deutschlands Ehre (1864), Unter dem Krummstabe (1865), König Murats Ende (1866) enz.; ook leverde hij den tekst van Kreutzers opera’s: Die Hochländerin en König Konradin, benevens vertalingen uit het italiaansch en engelsch. Zijn krijgskundige werken zijn: Elemente der Taktik (1870), Geschichte der Kriegskunst (1867), Buch der Schlachten (1856), Grundriss der Geschichte des Kriegwesens (1854), Atlas des Kriegswesens.
