duitsch theoloog (luth.) en zendeling, geb. 6 Febr. 1814 te Wörlitz bij Dessau, langen tijd hoofdbestuurder van het evang.-luth. zendingsgenootschap, hield zich 1849—53 in Oost-Indië op, en overl. 10 Nov. 1864 te Erlangen. Voornaamste geschriften: Die Unterscheidungslehren der verschiedenen christl.
Bekenntnisse (13de druk, Lpz. 1899), Die christl. Kirche an der Schwelle des Irenaischen Zeitalters (1860), Ueber Stellung und Bedeuiung der christl. Missionen im Ganzen der Universitatswissenschaften (Erlangen 1864), Reise nach Ostindien (5 dln., Lpz. 1854—56), Bibliotheca Tamulica (4 dln., waarvan dl. 2 een korte schets der tamulische spraakkunst bevat, 1854—65).
