Karl gödeke

betekenis & definitie

duitsch literatuur-historikus, geb. Ï5 April 1814 te Geile, werd in 1873 buitengewoon hoogleeraar in de duitsche literatuurgeschiedenis aan de hoogeschool te Göttingen en overl. hier 28 Oct. 1887. Voornaamste werken: Iiönig Kodrus, eine Missgeburt der Zeit (drama, Leipz. 1839), Deutschlands Dichter von 1813 bis 1843 (chrestomathie, 1844), Deutsche Dichtung im Mittelalter (1854 en 1871), Grundriss zur Geschichie der deutschen Dichtung (zijn hoofdwerk, 3 dln., Dresden 1859—81); verder schreef hij novellen, kritieken, monographieën (vrijheer Knigge, Gengenbach) en biographieën.