(vrijheer) uit de z.g. zwarte linie van het huis, geb. 11 Mei 1720 op het vaderlijk landgoed Bodenwerder in het Hannoversche, was in zijn jonge jaren cavallerieofficier in russischen dienst en leefde later op zijn landgoed, waar hij ook 22 Febr. 1797 overleed. Hij hield ervan, hoogst wonderlijke en ongelooflijke krijgs-, jacht- en reisavonturen, alsof hij ze zelf beleefd had, in zijn vriendenkring te verhalen en daardoor is zijn naam wijd en zijd bekend geworden.
Op grond der in het Vademecum für lustige Leute (Berlijn 1781) meegedeelde leugengeschiedenissen verscheen te Oxford onder den titel Baron Münchhausen’s narrative of his marvellous travels and campaigns in Bussia een engelsche bewerking, uitgegeven door den voormaligen Casselschen professor en bibliothecaris R. E. Raspe (geb. 1737, overl. 1794). Naar de tweede eng. uitgave vervaardigde de dichter Bürger 1786 een duitsche vertaling, waarop 1788 een vermeerderde druk met verschillende bijvoegsels van den vertaler en waarschijnlijk ook van Lichtenberg volgde. Deze beroemde Avonturen zijn voorts in verschillende talen, ook meermalen in het nederlandsch, verschenen.
