zweedsch dichter en aestheticus, geb. 29 Maart 1832 te Upsala, waar hij 1867—97 hoogl. in de aesthetiek ende kunst- en literatuurgeschiedenis was; sinds 1879 was hij lid der zweedsche Academie; schreef: Arion (1853), Konststudier i Paris (1863), Bilder frdn Italien (1864), Dikter (1860), Innehdll och form i konsten (1866), JSstetiska studier (1873 en 1884), Joh. Tob.
Sergel (1877), Ad. Fr. Lindblad (1881), C. F. Adelercrantz (1891). In 1865 richtte hij het „Svensk Litteratur Tidskrift” op.Zijn vrouw, Helene Auguste, dochter van den deenschen schilder Roed, geb. 7 Dec. 1843 te Kopenhagen, in 1864 met N. gehuwd, gaf in het licht: Novellen (4 dln., Stokh. 1875—81), Digte (Kopenh. 1881, ’86 en ’94), Sveriges skam, et ord om och Uil Svenskarne (1893), Den svenska och danska national-karakteren (1900).
