(Don) spaansch financier, omstreeks 1790' te Cadix geb., maakte zich bij de samenzwering in 1819 tot herstel der constitutie zeer verdienstelijk door het verschaffen der voor het leger benoodigde gelden. Na de mislukking vluchtte hij naar Engeland.
Hier begon hij later een kleinhandel, die hem groote winsten opleverde, en bracht een leening voor Dom Pedro tot stand. Als een bekwaam financier te Madrid aanbevolen, werd hij in 1835 minister van financiën; hij bracht de spaansche geldmiddelen echter in nog dieper verval en moest in 1836 zijn ontslag nemen. In datzelfde jaar weder met de portefeuille van financiën belast, legde hij die in 1837 neder en nam die nogmaals in 1841 onder den regent Espartero op, maar was bij diens val genoodzaakt naar het buitenland te vluchten. In 1848 keerde hij in Spanje terug, waar hij bij de liberalen weer eenigen invloed kreeg; hij overl. in 1853.