Gepubliceerd op 20-01-2021

José maria ega de queiroz

betekenis & definitie

Portugeesch romanschrijver, geb. 25 Nov. 1845 te Povoa do Varzim, studeerde te Coimbra, bereisde vervolgens Spanje, Egypte, Syrië en Palestina, kreeg, teruggekeerd, een administratieve betrekking te Leiria, was voorts gezant te Habana, Neweastle, Bristol (1889) en Parijs, en overl. hier in Aug. 1900. Zijn voornaamste werken zijn de zederomans: O crime do Padre Amaro (1874), O primo Basilio (1877), A Beliquia (1886), Os Maias (1888); verder schreef hij de phantastische novelle O Mandarim, de geestvolle Correspondencia de Fradique Mendes (1891), en met Ramalho-Ortigao de avonturenroman O mysteno da estrada de Cintra (1870, 3e druk 1894). Zijne in de kritisch-satirieke publicatie „As Farpas” (1871) geplaatste studiën verschenen bijeenverzameld onder den titel: Uma campanha alegre das Farpas (Lissabon 1891). E. voerde de naturalistische school in Portugal in. Hij was uitgever der „Rivista de Portugal” en der „Almanach encyclopedice (1895).

< >