geschiedschrijver uit de 6de eeuw na Chr., gotisch Jornandes, geb. omstreeks 500, van afkomst Alaan, die zichzelven echter tot de Goten rekent, was eerst notaris aan het oostgotisch hof in Italië, ging vervolgens over tot het katholicisme en trad in den geestelijken stand en was vermoedelijk ten laatste bisschop van Croton. Zijn eerste werk: De origine actibusque Getarum (over den oorsprong en de daden der Goten), is een uit het geheugen opgeschreven uittreksel uit Cassiodorius (Cassiodorus, zie ald.) met aanvullingen uit de annalen van Marcellinus Comes en eigen kennis der oude overleveringen.
Het is in 551 te Konstantinopel of te Chalcedon vervaardigd, waarheen J. in 547 paus Vigilius vergezeld had. Ofschoon zichzelven tot de Goten rekenend, was hij ijverig katholiek en voorstander van het romeinsche wereldrijk en daarom niet ingenomen met den strijd van zijn volk onder Totila tegen de Romeinen. Zijn tweede werk: De breviatione chronicorum of De regnorum successione, eveneens in 551 vervaardigd en aan Vigilius opgedragen, is slechts een compilatie, meest uit Florus, over de wereldgeschiedenis van de schepping der wereld tot 552 na Chr. en zonder waarde, terwijl bovengenoemde geschiedenis der Goten, wegens het verloren gaan van het origineel van Cassiodorius, een belangrijke bron geworden is. Onder de talrijke uitgaven van J. is de beste die van Theod. Mommsen, Jordanis Bomana et Getica in dl. 5 der „Monumenta Germaniae historica: auctores antiquissimi” (Berlijn 1882).