Engelsch scheikundige, geb. 5 Sept. 1766 te Eaglesfield in Cumberland, overl. 27 April 1844 te Manchester, werd in 1781 hulpleeraar te Kendal in Wesfcmoreland, en wijdde zich hier aan de studie der mathematische en natuurkundige wetenschappen; in 1785 werd hij met zijn broeder Jonathan hoofd der school te Kendal, en begon in 1788 met zijn meteorologische waarnemingen, die hij nu gedurende zijn geheele leven voortzette; in 1793 werd hij leeraar in de wiskunde en de natuurwetenschappen aan het college te Manchester; aan den ingang der Royal Institution werd nog bij zijn leven een standbeeld voor hem opgericht; hij schreef: Meteorological essays and observations (Manchester, 1793, 2de druk 1834), New system of Chemical philosophie (Manchester, 1808—27, 3 dln.) D. onderzocht de uitzetting en vermenging der gassen, de veerkracht van dampen, de absorptie van gassen, door water; verder bracht hij de scheikunde een schrede verder door het opstellen van de atomentheorie en van de leer der vaste verhoudingen; ook bearbeidde hij de zuurstofverbindingen, de stikstof, de koolwaterstoffen enz.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
