John conolly

betekenis & definitie

Engelsch krankzinnigendokter, geb. 27 Mei 1794, te Market-Rasen in Lincolnshire, studeerde, na eenigen tijd als vaandrig te hebben gediend, te Edinburg in de medicijnen, practiseerde eenigen tijd als arts, was van 1828—31 hoogleeraar der medicijnen te Londen, kreeg in 1839 de betrekking van Resident Physician and Superintendent (zooveel als directeur-geneesheer) aan het Middlessex-Asylum te Hanwell, en voerde in dit groote gesticht voor krankzinnigen, in weerwil van allerlei hem in den weg gelegde moeilijkheden en hinderpalen, het zg. Norestraint-stelsel in; op het einde van 1843 legde hij zijn betrekking neer, wijdde zich ook verder aan de studie der ziekten van den geest, en overl 5 Maart 1866 te Hanwell. Hoofdwerken: The treatment of the insane without mechanical restraints (1856), lnquiry concerning the indicatiom of insaniti/ (1830), Construction and government of Lunatic-Asglums (1847), Essay on Hamlet (1863).