Johannes jacobus dessalines

betekenis & definitie

Keizer van Haïti, een omstreeks 1760 in Afrika geboren neger, die als slaaf naar San Domingo werd gebracht, en zich hier onder ToussaintL’Ouverture tegen de Franschen onderscheidde; na de gevangenneming van L’Ouverture stelde D. zich aan het hoofd der negers, versloeg herhaaldelijk den tot onderwerping van het eiland afgezonden franschen generaal Leclerc in het w. deel van het eiland, en behaalde in 1802 een volkomen overwinning; D., ondersteund door een engelsche vloot, dwong 19 Nov. 1803 den franschen opperbevelhebber Richambeau tot kapitulatie en ontruiming van het eiland, liet aanvang 1804 Haïti tot republiek verklaren, zichzelve tot hoogste gezaghebber uitroepen, en begon meedoogenloos tegen de achter gebleven Franschen te woeden; daarna zocht hij vruchteloos ook het spaansehe gedeelte des eilands aan zich te onderwerpen; Dec. 1804 dreef hij de opheffing der republiek en de stichting van een keizerrijk door, waarop hij 8 Dec. 1804 als Jakob I te Port-au-Prince tot keizer gekroond werd; hij regeerde uitermate despotiek, en werd 17 Oct. 1806 door een aantal saamgezworen negers en mulatten onder Pétion vermoord.