keizer van Nicea en titulair-keizer van Byzantium (1222—55), geb. 1193 te Didymotichum in Thracië, besteeg als schoonzoon van keizer Theodorus I Lascaris na diens dood (1222) den troon van Nicea en onderscheidde zich als heerscher en als legeraanvoerder. Hij werd zoowel voor de „Latijnen” in Konstantinopel als voor de grieksche, op de puinhoopen van het oude byzantijnsche rijk in Europa opgekomen machthebbers gevaarlijk, daar hij voortdurend den wederopbouw van het byzantijnsche rijk in 't oog had.
Hij won Thracië en vereenigde het despotaat der Angeli van Thessalonica 1246 met het rijk van Nicea. Na den dood zijner eerste gemalin, Irene Lascarina (1241), huwde hij 1244 met Anna, de natuurlijke dochter van keizer Frederik II. Hij overl. 30 Oct. 1255 te Nymphaeum aan de kust van Bithynië.