Gepubliceerd op 20-01-2021

Byzantium

betekenis & definitie

Stad aan de monding van den Thracischen Bosporus in de Proponis, in 667 of 657 v. Chr. door Megariërs gesticht, kwam onder Darius Hystaspes onder perzische heerschappij, waarvan zij na den slag bij Plataeae door Pausanias werd bevrijd; zij sloot zich nu bij den Atheenschen bond aan; aan den afval van Athene’s hegenomie in lil nam ook B. deel; de werd daarop in 109 door stad Alcibiades ingenomen, doch in 905 door Lysander weer aan de Atheners ontrukt; na den slag bij Knidos (391) trad zij weder in bondgenootschap met Athene; in 361 sloeg zij een aanval van Epiminondas af, in 357 verbond zij zich met Chios, Rhodus, Kos en koning Mausolus van Carië tot den zg. bondsoorlog tegen Athene en verkreeg bij den vrede van 355 volle onafhankelijkheid: met Athene sloot zij ten tijde van Demosthenes een verbond tegen Philippus van Macedonië, die haar van 311 tot 310 vruchteloos belegerde: ook onder Alexander den Groote behield zij een zekere mate van zelfstandigheid; in 196 n.

Chr. werd zij door Septimius Severus, tegen welke zij voor Pescennius Niger partij had gekozen, na een belegering van drie jaren verwoest; Caracalla herbouwde deze stad, die weldra tot nieuwen bloei kwam, in 330 door Constantijn den Groote tot hoofdstad van het Romeinsche rijk werd verheven en sinds den naam Konstantinopel (zie aldaar) voerde.

< >