nederlandsch godgeleerde, geb. te Vlaardingen, 20 Mei 1829, studeerde te Leiden, was hulpprediker te Antwerpen en te Heusden, predikant te Blauwkapel, Hilversum en ’s Gravenhage, was 1882—89 hoogleeraar in de geschiedenis der Nederl. herv. kerk en van haar leerstellingen, dogmatiek en zendingsgeschiedenis aan de gemeentelijke hoogeschool te Amsterdam, 1889—99 hoogleeraar in encyclopedie der godgeleerdheid, geschiedenis der leer aangaande God en zedenkunde te Leiden, schreef: Blikken in de openbaring (4 dln., Amst. 1866— 69), De profeten in Israël (Amst. 1869), Het leven der menschheid en der menschen, een divina commedia (Amst. 1875), Spinoza en de idee der persoonlijkheid (studie, Utr. 1875), Het ethische beginsel der theologie (met Chantepie de la Saussaye, Gron. 1877), Overlevering en Wetenschap met betrekking tot de evangelische geschiedenis (Den Haag 1879), Het leven van Jezus (2 dln., Den Haag 1878—80), Deze wereld of de toekomende? (Utr. 1880), Het kruis, de waarheid voor wetenschap en kerk (in druk gegeven redevoering, Amst. 1882), Zelfstandigheid der gemeenten (Amst. 1884), Jezus Christus de middelaar Gods en der menschen (Amst. 1885), De vrije universiteit en de Nederl. herv. kerk (Utr. 1885), Hoog er dan de kerk (openingswoord voor den universiteitscursus 1897—98, Nijmegen 1897), Blijft in Hem (afscheidswoord, uitgesproken 13 Juni 1899, Nijmegen 1899), De opbouw der kerk op haren grondslag (Utr. 1900), verder godgeleerde vlugschriften, bijdragen in vak- en andere tijdschriften, letterkundige studies (Dante, Schiller, Goethe), enz.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk