nederl. predikant en natuurkundige, geb. 1729 te Deurne in N.-Brabant, studeerde te ’sHertogenbosch en te Leiden, waar hij in 1753 in de . natuurl. wijsbegeerte promoveerde op de dissertatie: De respiratione insectorum. M. werd in 1756 predikant te Gellikum en Rhenoy, in 1759 te Edam en in 1775 te Zutphen, waar hij bij de vervulling van zijn leeraarsambt ook de kennis der natuur door geregelde lessen aan jongelingen en meisjes zeer bevorderde.
M. overleed in 1795 te Amsterdam. Beroemd is vooral zijn Katechismus der natuur (4 dln., 1777—79)„ die binnen weinige jaren 5 uitgaven beleefde en in het duitsch en eng. vertaald werd. Behalve vertaalde werken, schreef hij o. a.: Kerkel. hist. der Waldensen, Kist. der Wereld (9 dln., verkort in 1 d., en het 8e d. omgewerkt onder den titel: Het Vereenigd Nederland), Verzameling van spreekwoorden.
