Gepubliceerd op 20-01-2021

Johannes bouman

betekenis & definitie

Bouwmeester, geb te Amsterdam, 1706, ging in 1732 op uitnoodiging van Friedrich Wilhelm I naar Pruisen, en bleef later ook in dienst van Frederik den Groote; hij bouwde te Berlijn onder meer de Domkerk (1747—50), het paleis van prins Heinrich (1754—64, thans universiteitsgebouw), de kath. Hedwigskirche (1747—73), te Potsdam de fransche kerk (1752), het Raadhuis (1754), enz.

Hij overl. in 1774 te Potsdam.Zijn zoon, George Frederik B., bouwde o.a. de koninklijke bibliotheek te Berlijn.

< >