Gepubliceerd op 23-02-2021

Johann kaspar friedrich manso

betekenis & definitie

duitsch geschiedschrijver en philoloog, geb. 26 Mei 1760 te Zella in het Gothasche, overl. 9 Juni 1826 te Breslau, studeerde in Jena, werd 1785 collaborator en kort daarop leeraar aan het Magdaleneum te Breslau. Van zijn historische werken dienen genoemd: Sparta, ein Versuch zur Aufklärung der Geschichte und Verfassung dieses Staats (3 dln., Leipz. 1800—05), Leben Konstantins d.

Gr. (Brest 1817), Geschichte des preussischen Staats seit dem Hubertusburger Frieden (3 dln., Frankfort 1819—20, 3de dr. 1839), Geschichte des ostgotischen Reichs in Italien (Breslau 1824); van zijn philosophische werken: de bewerking van Meleager (Gotha 1789), van Bion en Moschus met duitsche vertaling (1784), Vermischte Schriften (2 dln. 1801) waarin ook gedichten van M.. voorkomen, Vermischte Abhandlungen (1821), enz. Als recensent had M. ook Goethe en Schiller aangevallen, waarover deze beiden strenge wraak namen in hun Xenien.

< >