Gepubliceerd op 23-02-2021

Johann jacoby

betekenis & definitie

democratisch politikus, geb. 1 Mei 1805 te Koningsbergen, uit bemiddelde joodsche ouders, studeerde in de medicijnen, vestigde zich in 1830 in zijn geboortestad als practiseerend geneesheer, begon zich spoedig ook met de politiek in te laten, omhelsde het liberalisme dier dagen, verkreeg grooten invloed en was na weinige jaren een der hoofdfiguren der anti-reactionnaire beweging in Pruisen. Zijn geschrift: Vier Fragen, beantwortet van einem Ostpreussen (Mannheim 1841) maakte hem bekend door geheel Duitschland; op grond van dit werkje, waarin hij het recht van het volk op een grondwet bepleitte, werd een vervolging wegens poging tot hoogverraad enz. tegen hem ingesteld; doch hij werd in hoogste instantie vrijgesproken.

Om ’n tweetal vlugschriften: Preussm im Jahre 1845 (Bellevue 1845) en Das Königliche Worl Friedrich Wilhelms 111. (Parijs 1845) werd hij tot jaar vestingstraf veroordeeld, doch in hooger beroep door het oost-pruisische tribunaal andermaal vrijgesproken. In 1848 ging hij als leider der duitsche democraten naar Frankfurt a.M., waar hij zitting kreeg in het voorparlement en in het comité der vijftig. In het vierde kiesdistrict van Berlijn tot lid van de nationale vergadering gekozen, was hij in Nov. 1848 lid van de deputatie, die den koning verzocht het ministerie Brandenburg te ontslaan. In 1849 werd hij te Berlijn weder in de Tweede kamer gekozen; toen deze 27 April ontbonden werd ging hij met het romp-parlement naar Stuttgart, en na het uiteengaan daarvan naar Zwitserland. In Pruisen van hoogverraad beschuldigd, keerde hij naar Koningsbergen terug om zich te verdedigen, werd vrijgesproken en hervatte daarop de geneeskundige practijk. Eerst in Nov. 1858 begon hij weer deel te nemen aan het openbare leven, en de brochure Die Gntndsalze der preuss.

Demokratie (Berl. 1859) gaf blijk van onveranderde inzichten. Hij werd sinds 1862 herhaaldelijk in het pruisisch parlement gekozen, waarin hij tal van jaren ongeveer de eenige strijder was voor de eischen der oude democratie. Hij protesteerde in Sept. 1870 te Koningsbergen in een openbare vergadering openlijk tegen de annexatie van Lotharingen; tengevolge daarvan werd hij gevangen genomen en tot einde Oct. in hechtenis gehouden. J. kwam intusschen steeds dichter bij de sociaaldemocratie te staan, zooals bleek uit een rede in Jan. 1870 voor zijn berlijnsche kiezers gehouden. Na de veroordeeling van Bebel en Liebknecht in het Leipziger hoogverraadsproces sloot J. zich bij de sociaal-democratische partij aan en werd daarop in Jan. 1874 door het Saksische kiesdistrict Leipzig—Land tot lid van den rijksdag gekozen. Hij overl. 6 Maart 1877 te Koningsbergen.

< >