vermaard chirurg, in 1658 te Baden geb., trok eerst als chirurgijnsleerling door Duitschland, promoveerde in 1679 te Leiden, zette zich toen te Amsterdam neder, waar de regeering hem openlijke voordrachten over de ontleedkunde deed houden, terwijl zijn roem als gelukkig operateur zich weldra allerwege verbreidde. Voornamelijk maakte zijn methode van steensnijding grooten opgang.
De academie te Leiden benoemde hem in 1713 tot hoogleeraar in de ontleed- en heelkunde. Hij verrijkte de ontleedkundige verzameling dier universiteit met een belangrijke hoeveelheid praeparaten, van welke B. S. Albinus een catalogus heeft vervaardigd. R. overleed in 1719. Hij schreef een werk over de ontleedkunde. _