Gepubliceerd op 17-02-2021

Johann georg gravius

betekenis & definitie

eigenlijk Grave of Greffe, philoloog en kritikus, geb. 29 Jan. 1632 te Naumburg aan de Saaie, studeerde te Leipzig in de rechten, wijdde zich daarop te Deventer en te Leiden aan humanistische studiën, werd 1656 hoogleeraar te Duisburg, 1658 aan het atheneum te Deventer, 1662 hoogleeraar in geschiedenis te Utrecht, werd door Willem III tot zijn historiograaf benoemd, en overl. 11 Jan. 1703 te Utrecht. G. heeft zich in zijn vele uitgaven van klassieken (Hesiodus, Callimachus, Florus, de romeinsche elegici, Cicero e. a.) een grondig taalvorscher en een ijverig werker betoond.

Zijn Thesaurus antiquiatum Romanarum (12 dln., Utr. 1694 99), de na zijn dood door Burmann voortgezette Thesaurus antiquiatum et historiarum Italiae (30 dln., 1704—23), zijn Thesaurus eruditionis scholasticae (Lpz. 1710), en de Inscriptions antiquae (4 dln., Amsterd. 1701) zijn de voornaamste vruchten van zijn navorschingen.

< >