duitsch ontleedkundige, geb. 1781 te Halle, werd aldaar in 1806 hoogleeraar in de chirurgie, kort daarop in de physiologie. Vooral wijdde hij zich aan de studie der vergelijkende ontleedkunde, waarin hij veel voortreffelijks geleverd heeft.
Hij stierf in 1883. Tot zijn belangrijkste werken behooren: de vertaling van Cuvier’s Verglelchender Anatomie (4 dln., Leipz. 1809—10), met vele aanteekeningen, System der rergleichenden Anatomie (6 dln., Halle 1821—33); Tabulae. anatomico pathologlcae (4 dln., Leipz. 1817—26) enz. Zijn uitstekend anatomisch museum werd na zijn dood door de pruisische regeering voor de universiteit aangekocht.