nederl. geschied- en letterkundige, geb. 1806 te Amsterdam, was predikant bij de evang.-luth. gemeente te Kuilenburg, Zutphen en Rotterdam, en overl. 1865; schreef gedichten, leerredenen, geschied- en oudheidkundige studiën, als De Nederl. Doodendans (Utrecht 1849), bijdragen in tijdschriften enz.
Met Domela Nieuwenhuis gaf hij de „Bijdragen tot de geschiedenis der evang. luth. kerk in de Nederlanden" (1839—45) uit. Verder moeten vermeld: Geschiedenis der evang. luth. gemeente te Rotterdam (1852—64), Oud en nieuw uit de geschiedenis der Nederl. luth. kerk (5 stukken).