Gepubliceerd op 14-03-2021

Joh. stinstra

betekenis & definitie

nederl. godgeleerde en letterkundige, geb. te Harlingen 1707, was aldaar vele janen leeraar bij de doopsgezinde gemeente, en overl. in 1790; schreef: Onze voorspellingen aangaande den Messias (1779, 3 dln.), waardoor hij echter onder verdenking van socinianisme kwam, zoodat hij van zijn ambt vervallen werd verklaard en eerst na 15 jaren hersteld. Inzonderheid maakte hij zich bekend door het vertalen der beste romans van Richardson.

< >