beroemd Duitsch taalgeleerde, geb. 8 Aug. 1732 in Hommeren, overl. 10 Sept. 1806 te Dresden, waar hij de functie van opper-bibliothecaris vervulde. Van 1759 tot 1761 was hij professor aan het evangelische gymnasium te Erfurt, welke betrekking hij liet varen om zich te Leipziiig geheel aan litterarische studiën te wijden.
Hf] heeft zich ten opzichte der Duitsche taalkunde zeer verdienstelijk gemaakt, terwijl hij door de uitgave van ,,Directorium diplomaticum” de kennis der geschiedenis van Saksen verrijkte. Zijn voornaamste werken zijn: Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart en Mithridates oder allgemeine Sprachenkunde.