geb. omstr. 1265 in Ierland, trad in zijn jeugd in de orde der Minderbroeders en werd spoedig leeraar in de theologie te Oxford. Omstr. 1301 naar Parijs geroepen, behaalde hij daar aan de universiteit een hoogen roem als leeraar en vooral als verdediger der Onbevlekte Ontvangenis van Maria (zie art.
Maria en Mariafeesten). Tegelijkertijd ontwikkelde hij ook zijn verschil van inzichten tegenover de leer van den H. Thomas van Aquine (overl. 1274) en werd alzoo de stichter der Scotistische theologische school (zie art. Scotisme en Scholastiek). Zijn volgelingen gaven hem den eeretitel van „Scherpzinnige leeraar” (doctor subtilis). In 1308 werd hij naar Keulen gezonden om aan de universiteit aldaar de theologie te doceeren, doch hij stierf in hetzelfde jaar. Zijn graf is nog te zien in de Minoritenkirche te Keulen, terwijl het proces zijner zaligverklaring thans (1905) te Rome aanhangig is.