(baron) beroemd fransch militair chirurg, in 1766 te Beaudeau geboren, studeerde te Toulouse en Parijs, werd in 1792 tweede heelkundige bij het hotel der Invaliden en in 1793 arts bij het leger, waarbij hij de ambulance invoerde. Hij vergezelde in 1797 Napoleon naar Italië en Egypte en werd in 1805 inspecteur-generaal van de fransche militaire geneeskundige dienst.
Napoleon, dien hij bij de meeste veldtochten vergezelde, betuigde, dat de menschheid nooit haar schuld aan L. kon afdoen. Bij den slag van Waterloo werd hij verwond en gevangen genomen. Na de tweede restauratie werd hij chirurgijnmajoor bij de koninklijke garde en was tot 1836 eerste heelmeester bij het invalidenhuis. Hij overl. in 1842. Tot zijn in vele talen overgezette wetenschappelijke schriften behooren: Sur les amputations des membres à la suite des coups de feu (3de uitg. 1808), Relations histor. et chirurgie, de Vexpédition de l’armée de l’Orient (1803), Mémoires de médecine et de chirurgie militaire (4 dln. 1812— 18), Clinique chirurgicale exercée particulièrement dans les camps et les hôpitaux milit. depuis 1792 jusqu’en 1829 (5 dln., 1830— 1836).