Gepubliceerd op 20-01-2021

Jan willem de crane

betekenis & definitie

Nederl godgeleerde en schrijver, geb. te Hoorn, 11 April 1758, studeerde te Leiden en Groningen, werd in 1789 hoogleeraar te Franeker, wijdde zich na de opheffing dor Franeker hoogeschool aan de rechtsgeleerdheid, promoveerde in 1811, werd vrederechter, aanvaardde in 1816 weder een benoeming tot hoogleeraar aan het nieuw-opgerichte atheneum, en overl. 31 Maart 1842; hij schreef voornamelijk verhandelingen en biographiën, opgenomen in de wetenschappelijke tijdschriften van dien tijd ; in 1841 gaf hij een Letter- en geschiedkundige verzameling van biographische bijdragen en berichten in het licht.

< >