nederl. landschapschilder en graveur, geb. 13 Jan. 1598 te Leiden, achtereenvolgens leerling van C. Schilderpoort, J.
Claes, J. de Man, H. de Klok en W. Gerrits, deed daarop een kunstreis door Frankrijk, en sloot zich, in Nederland teruggekeerd, bij de richting van Jesaias van der Velde aan; Houbraken vermeldt, dat hij in 1656 te Den Haag overleed; volgens van Eynden en van der Willigen leefde hij nog in 1664. G. schilderde meest rivier- en zeegezichten, met visschers en boeren op den voorgrond en dorpen in het verschiet; zijn meeste werken zijn thans verkleurd, gevolg van het gebruik van haarlemsch blauw.