nederl. schilder, geb. te ’s Gravenhage 1824, overl. aldaar 1903, was leerling van den ouden Van Hove en Schelfhout, woonde het grootste deel van zijn leven in zijn geboortestad. Sedert 1849, toen zijn werk' op de tentoonstelling in de residentie de aandacht op hem vestigde, werd W. tot onze beste schilders gerekend; ook in het buitenland exposeerde hij met veel succes.
W. schilderde voornamelijk gezichten aan de Noordzeekust en in het polderland, waarin hij gelegenheid vond aan zijn diep gevoel voor lichteffecten uiting te geven. Zijn voornaamste werken zijn in de musea te Amsterdam, ’s Gravenhage en Rotterdam. Ook als aquarellist en houtskoolteekenaar leverde W. veel schoons. Tot zijn meest bekende doeken behooren: Molen onder Schiedam, en Schelpenvisschers.
