James freeman clarke

betekenis & definitie

Amerik. theoloog van de secte der Unitariërs, geb. 4 April 1810 te Hanover (staat New-Hampshire), studeerde aan Harvard College, en was eerst te Louisville in Kentucky en van 1841 af te Boston predikant der Unitariërs-gemeente aldaar; als schrijver en als vrijzinnig prediker verwierf hij zich een vermaarden naam; hij overl. 8 Juni 1888 te Jamaica Plain (Massachusetts); zijn autobiographie, dagboek en correspondentie werden door Hales in het licht gegeven (Boston 1891). C’s hoofdwerken zijn: Christian doctrine of forgiveness (Boston 1852), Christian doctrine of prayei (1854), Orthodoxy, its truths and errors (1866), Steps of belief (1870), Ten great religions (1871) Common sense in religion (1874), Essentials and non-essentials in religion (1878), Row to find the Stars (1878), Memorial and biographical sketches (1878), Anti-slavery days (1884) Manuel of Unitarian belief (1884), Every-day. religion (1886) Vexed questions (1886) enz.