onca, unze, amerik. tijger (Felis Onca), het grootste en gevaarlijkste katachtig roofdier van Amerika, inheemsch in geheel Zuid-Amerika van Paraguay af en ook wel aangetroffen in het uiterste zuiden van Noord-Amerika; hij is buiten den staart ongeveer ½ meter lang, rossig geel van kleur, aan den buik wit, en aan de zijden geteekend met vier tot zes rijen groote zwarte ringvormige vlekken, elk met een middenvlek; deze vlekken zijn bij een verscheidenheid, de zwarte onca, slechts dan te zien, wanneer de lichtstralen er onder zekere hoeken opvallen. De J. is iets lager op de pooten dan de tijger; hij evenaart den leeuw in kracht en moed, houdt zich op in de bosschen en hoogbegroeide vlakten in de nabijheid van water, valt ook den mensch aan en is een uitermate bloeddorstig en woest nachtdier.
De Indianen dooden hem gewoonlijk met kleine, uit blaaspijpen weggeschoten, sterkvergiftigde pijlen. De meeste europeesche diergaarden zijn in het bezit van deze katsoort die in den regel veel kwaadaardiger is dan haar verwanten uit de oude wereld. Hij wordt betaald met ongeveer 500 gulden per stuk.
