(graaf) maarschalk van Frankrijk, geb. 25 Maart 1795 te Grenoble, trad jong in het fransche leger, maakte de veldtochten 1812 —14 mede, werd echter als neef van generaal Marchand, die Grenoble aan Napoleon I had overgeleverd, door de Bourbons niet begunstigd. 27 April 1838 tot overste der afrikaansche jagers benoemd, vervulde hij 10 jaar lang een schitterende rol in de gevechten tegen de Arabieren en klom 1847 tot luitenantgeneraal op; 24 Jan. 1851 gaf Lodewijk Napoleon hem de portefeuille van oorlog, 11 Dec. werd R. tot gouverneur-generaal van Algiers benoemd; 31 Dec. 1852 werd hij senator, 18 Maart 1856 maarschalk van Frankrijk. Op 5 Mei 1859 kreeg hij wederom de portefeuille van oorlog; onder zijn beheer geraakte het leger zoodanig in verval, dat Frankrijk 1866 niet tot een oorlog in staat was; hij werd 19 Jan. 1867 door Niel vervangen.
Om zijn hoogen leeftijd kreeg hij 1870 geen commando; hij overleed 16 Jan. 1871.
