(Isthmia), wedstrijden bij de Grieken, zoo genoemd naar den Isthmus, d. i. de landengte van Corinthe, waar zij gehouden werden; in aanzien stonden zij alleen achter bij de olympische spelen. Een heilige omheining van pijnboomen omsloot het heiligdom van Poseidon en het strijdperk, te weten: het hippodroom voor de wedrennen met paarden, een stadium voor den wedloop, een fraai theater en het Cranium, een aanzienlijk gymnasium.
Zij werden ter eere van Poseidon, op bevel van koning Sisyphus ter eere van Melicertes gevierd. Hun stichting wordt deels aan Poseidon, deels aan Theseus toegeschreven, en reeds vroeg werden zij zeer druk bezocht, want Solon reeds loofde een premie van 100 drachmen uit voor iederen attischen Isthmionica (overwinnaar in de L); zij bleven, hoewel met afwisselende beteekenis, bestaan tot den tijd der romeinsche keizers. Zij werden om de twee jaren (Isthmiade) gevierd, en wel telkens in het eerste en het derde jaar eener olympiade, waarschijnlijk eens in den zomer en eens in de lente. Zij omvatten dezelfde hoofdbestanddeelen als de groote feestelijke spelen: den gymnischen wedstrijd (agon) vooral bestaande in hardloopen, worstelen en vuistvechten, het z.g. pancration en het pentathlon (zie Gymnastiek); voorts wedrennen met wagen en paard en later ook een musische afdeeling, die rhetorische en poëtische of ook muzikale voordrachten bevatte. Daar de Isthmus het eigendom der Corinthiërs was, zoo kwam hnn ook het recht toe, kamprechters te zijn; doch na de verwoesting van Corinthe belastten zich de Sicyoniërs hiermede, totdat de stad herbouwd was. De krans voor den overwinnaar werd bij de oude feestviering uit pijnboomtakken, later uit eiloof gevlochten.
Daarneven werd ook de palm uitgereikt, terwijl ook openbare bekroningen en lofprijzingen van verdienstelijke mannen alsmede van een geheelen staat voorkwamen. Behalve deze z.g. groote L, bestonden er ook nog kleine, bijv. te Ancyra, Nicea.