Gepubliceerd op 18-03-2021

Hugo röhr

betekenis & definitie

toonkunstenaar, geb. 13 Febr. 1866, sedert 1896 kon. kapelmeester aan de Opera te München. R. componeerde o. m. een oratorium Ekkehard en een opera [i]Vater unser.

[/i]

Johann Friedr. Röhr

vrijzinnig godgeleerde en kanselredenaar, 1777—1848, eerst predikant te Ostrau bij Zeitz, in 1820 naar Weimar beroepen. Zijn denkbeelden heeft hij vooral ontwikkeld in de Briefe über den Rationalismus (Zeitz 1813), in de Grund- und Glaubenssätze der evang.-prot. Kirche (1843) en in een door hem uitgegeven theol. tijdschrift. Bet duitsch-kathoilicisme vond in hem een beschermer. Met Schleiermacher en Schuderoff gaf hij het Magazin von Fest-, Gelegenheitsund andern Predigten etc,, en het Magazin für christl. Prediger (Hann. 1828 vl.) uit. Zijn Hist.-geogr. Beschreibung des jüd. Landes zur Zeit Jesu (Zeitz 1816) beleefde verschillende uitgaven.

< >