noord-amerikaansch journalist en politikus, geb. 3 Febr. 1811 te Amherst in New-Hampshire; werd letterzetter, richtte in 1834 een weekblad, „The New-Yorker”, op, en redigeerde later tegelijkertijd verschil!, bladen, die hij ten slotte vereenigd uitgaf onder den titel „New-York Tribun^”, dat onder zijn redacteurschap een der invloedrijkste bladen der Unie werd; het eerste nr. verscheen op 10 April 1841. G., aanvankelijk een verdediger van het oude whigstandpunt, werd bij het aangroeien der anti-slavernijbeweging gematigd abolitionist.
In 1872 was hij de kandidaat der liberale republikeinen voor den presidentszetel; hij leed echter de nederlaag tegen Grant. Hij overl. 29 Nov. 1872 te Pleasantville bij New-York. Voornaamste geschriften: Hints toward reforms (New-York 1850), Glances at Europe (1851), History of the struggle for slavery-extension (1856), Overland journey to San Francisco (1860), The American conflict (2 din., Hartford 1864 —66), Essays designed to elucidate the science of political economy (Bost. 1870), What I know of farming (1871), Recollections of a busy life (1868 antobiographie).
