Gepubliceerd op 19-01-2021

Honoré de balzac

betekenis & definitie

Fransch romanschrijver, geb. 27 floréal jaar VII (16 Mei 1799) te Tours. Opgeleid aan het college te Vendôme kwam hij als jongeling naar Parijs, en leidde daar een veel bewogen leven ; gehuisvest op een armoedig zolderkamertje, zonder middelen van bestaan, nog geheel onbekend, schreef hij tusschen 1822 en 28 een reeks middelmatige romans onder de namen Horace de Saint-Aubin en Lord Rhoone, enkelen onder medewerking van Le Poitevin Saint-Alme (pseudoniem Viellerglé), in een onwankelbaar vertrouwen op zijn genie en eindelijk succes, terwijl hij intusschen allerlei pogingen deed om zich financieel onafhankelijk te maken, en o.a. zelf uitgever werd, welke pogingen echter alle mislukten.

Eerst in 1827 begon hij met zijn in den trant van Scott geschreven Le dernier Chouan ou la Bretagne en 1800, het eerste werk dat hij met zijn naam onderteekende, de opmerkzaamheid te trekken; zijn Physiologie du mariage (1829) bracht zijn naam op aller lippen, en zijn La Peau de chagrin (1830) maakte hem op eenmaal den ge vier den schrijver van den dag, wiens werken door de uitgevers gaarne tegen goud werden opgewogen, terwijl hij met La femme de trente ans (1835) de gunst der lezende vrouwenwereld voor goed veroverde. Voorts schreef hij een groot aantal werken, die tezamen een epos van een veelbewogen tijdvak, en een der reusachtigste gewrochten van den menschelijken geest uitmaken. De inhoud daarvan is ouderwetsch : gruwelijke complotten, intrigues van verfijnde listigheid, lang verborgen en eensklaps op vreeselijke wijze gekoelde wraakzucht, verraderlijke valstrikken, wonderbare vermommingen en ontmaskeringen kiest hij tot zijn hulpmiddelen; zijn personen zijn wit als sneeuw of zwart als de nacht; hier schurken wier ondeugden tot het monsterachtige worden opgedreven, en daar tegenover figuren, toegerust met een bovenmenschelijke deugd; de inkleeding en de behandeling van meest al zijn werken verraden een zekere langdradige wreedheid, een genot om te spelen met de argeloosheid der door de boosheid belaagde onschuld, door haar telkens weer te voeren tot het punt van uitredding, en haar ten slotte te verpletteren onder de overmacht van het slechte, en aldus den lezer als op de pijnbank te houden. Zijn verdienste ligt hoofdzakelijk in zijn oneindige vindingrijkheid in het aanvoeren van elementen en in zijn meesterschap over het beginnen en vervolgen van verwikkelingen. B. is de romanschrijver van het Julikoningschap. Met onverbiddelijke scherpte van waarneming schildert hij een samenleving, die slechts door het streven naar genot en bezit geleid wordt.

Zijn zucht naar waarheid en aanschouwelijkheid doet hem vaak door een te ver afdalen in details vermoeien. Zijn volledige werken verschenen van 1856—59 in 45, en van 1869—75 in 25 deelen (met inleiding van G. Sand). —B. stierf te Parijs, 20 Aug. 1850. Zijn honderdste geboortedag werd in Mei 1899 te Tours en te Parijs met feestelijkheden gevierd.

< >