Gepubliceerd op 20-01-2021

Hippolyte paul delaroche

betekenis & definitie

Fransch historieschilder, geb 17 Juli 1797 te Parijs, overl. aldaar 4 Nov. 1856, arbeidde eerst onder leiding van Wattelet, kwam voorts op het atelier van Gros, en exposeerde in het Salon van 1822 zijn eerste doeken: Joas sauvé par Josabeth, en Christ descendu de la croix; hij ging daarop nog voor eenigen tijd in de leer bij Géricault; in 1827 zond hij bij het Salon een sensatiestuk in: la Mort d’Elisabeth, en een aan dramatische gedachten overrijk schilderstuk: la Mort du président Duranti, een zijner hoofdwerken: in het Salon van 1831 werden vier meesterwerken van hem tentoongesteld, uitgevoerd naar de esthetische ideeën van de met de revolutie van 1830 tot heerschappij gekomen bourgeoisie : Cromwell ouvrant le cercueil de Charles I (Nîmes), les Enfants d’Edouard (Louvre), Mazarin mourant en Richelieu remontant le Rhône (Louvre) ; van zijn overige werken moeten vermeld : Mort de Jane Gray (1834), l’Assassinat du duc de Guise (1835, zijn hoofdwerk, thans te Chantilly), Strafford conduit au supplice (1837); van 1837—41 schilderde hij aan den halfronden wand van het Palais des beaux-arts te Parijs een soort kunst-areopaag: Assemblée des artistes les plus célèbre du moyen âge et des temps modernes, bestaande uit de grootmeesters der kunst uit alle landen en tijden, tezamen vijf groepen met 75 figuren; in zijn laatste periode koos D. meest religieuze onderwerpen : la File d’Hérodiade, Ie Christ en Gethsémanie, le Christ en croix, la Vierge au pied de la croix (1853), Moïse exposé sur le Nil ; een zijner laatste werken, les Girondins, een klein schilderstukje, wordt door de kritiek tot zijn hoofdw. gerekend.

< >