dochter van den trojaanschen koning Laomedon en Leucippe, moest door haar dood den toorn van Poseidon (Neptunus) verzoenen, die om de woordbreuk van haar vader Troje met een verschrikkelijk zeegedrocht kwelde, en werd derhalve als buit voor dien god aan een rots geklonken. Heraeles, die van zijn tocht tegen de Amazonen juist in die streek kwam, beloofde het meisje te zullen bevrijden indien Laomedon hem de heerlijke paarden wilde geven, welke hij eens van Zeus gekregen had voor het rooven van Ganymedes.
Laomedon stemde in de voorwaarde toe en Heraeles bevrijdde H.; daar gene echter zijn woord brak, doodde hem de heros en hij gaf H. tot gemalin aan zijn makker Telamon, wien zij Teucer baarde.