Gepubliceerd op 23-02-2021

Hendrik quirinus janssens

betekenis & definitie

nederlandsch oudheidkenner, broeder van den vorige, geb. 9 Nov. 1812, studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid, was predikant in verschillende plaatsen, werd later districts-schoolopziener bij het lager onderwijs en overl. 12 Mei 1882 te Goes. Hij schreef; 8t.

Anna ter Muiden (zijn geboorteplaats, 1850), Be kerkhervorming te Brugge (1856), Jacobus Praepositus (1862), De kerkhervorming in Vlaanderen (1867), Petrus Dathenus (1872); met J. H. van Dale redigeerde hij de „Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen”.

< >