Gepubliceerd op 23-02-2021

Hendrik gz. kuyper

betekenis & definitie

nederlandsch letterkundige, geb. 1790 te Amsterdam, overl. te ’s-Gravenhage, 1873, gaf o.a. uit: Verspreide en andere Gedichten (1831), De Tachtigjarige Oorlog (4de dr., 1864), Vaderlandsche Gedichten (1834) en het bekroonde tooneelspel Spelde- en Naaldegeld (1862).

Zijn zoon Gerrit K., geb. 1815 te Amsterdam, overl. te ’s-Gravenhage 1880, was genie-officier en werd in 1878 gepensionneerd met den rang van generaal-majoor. Buiten taaien letterkundige leerboeken leverde hij vertalingen van werken vooral op mathematisch en technologisch gebied.

Een andere zoon Jacob K., geb. 1821 te Rotterdam, verwierf veel naam als aardrijkskundige en kartograaf. Van zijn werken dienen vermeld: Nederland. Zijne provinciën en koloniën (1866), Handboek der aardrijkskunde (met J. Dornseiffen, 7de dr., 1874); onderscheidene atlassen, waaronder een gemeente-atlas van Nederland (1865—1871) en een orohydrographischen en staatkundigen atlas der geheele aarde (1872, met N. W. Posthumus).

< >