Gepubliceerd op 23-02-2021

Hendrik antoon lorentz

betekenis & definitie

geb. 18 Juli 1853 te Arnhem, promov. in 1875 te Leiden tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift: De theorieën der terugkaatsing en breking van het licht, was van 1872—77 leeraar aan de burger avondschool te Arnhem en is sedert 1878 hoogleeraar in de wiskunde en natuurkunde te Leiden. Voornaamste werken: Leerboek der differentiaal en integraalrekening en van de eerste beginselen der analytische meetkunde, met het oog op de toepassingen in de natuurwetenschap, Beginselen der natuurkunde, La théorie électromagnétique de Maxwell et son application aux corps mouvants (1892), Versuch einer Theorie der elektr. und optischen Erscheinungen in bewegten Körpern.

L. heeft door toepassing van de electro-optiek van Maxwell op bewegende lichamen de grondslagen gelegd voor de nieuwste theorie betreffende de electrisehe en optische verschijnselen, de dusgenaamde electronentheorie. In 1902 verkregen L. en Zeeman (zie ald.) samen den Nobelprijs.

< >