(grieksch) oorspronkelijk de als volksgerecht ingestelde volksvergadering te Athene, vervolgens (sedert Solon) een uit de burgerij gekozen schare, die in hoogste instantie de rechtspraak alsmede de hoogste controle over de beambten uitoefende. Clisthenes regelde haar samenstelling zoodanig, dat voor elk jaar uit tien phylen 5000 burgers boven de 30 jaar (Heliasten) als gezworenen en daarbij nog 1000 plaatsvervangers door het lot werden aangewezen.
Die 5000' werden in tien afdeelingen verdeeld, wier medeleden uit alle stammen gemengd waren, en iedere afdeeling vormde een gerechtshof; maar het hing van de beteekenis der afzonderlijke rechtszaken af, of de geheele afdeelingen zitting zouden houden danwel slechts gedeelten daarvan of ook dat verschillende afdeelingen vereenigd werden. De behandeling geschiedde in het openbaar. De rechters verplichtten zich door een afzonderlijken eed, onpartijdige en onomkoopbare beschermers der \vetten te willen zijn. De bevoegdheid en het* aantal te behandelen zaken der H. breidden zich steeds meer en meer uit, vooral na den val van den Areopagus (460 v. Chr.) en sedert men den burgers toestond zich in alle zaken terstond tot de H. te wenden, en ook de bondgenooten dwong, in Athene hun rechtszaken te behandelen. Pericles voerde de rechtersoldij (Heliastikon), 1 obool per dag, in, welke door Cleon tot een halve drachme verhoogd werd.