fransch dichter, geb. 9 April 1810 te Parijs, van onwettige afkomst, werd vroeg wees en bij een boekdrukker in Provins in de leer gedaan, begaf zich vervolgens naar Parijs, waar hij een betrekking kreeg bij Didot en eindelijk aan het schrijven ging. Doch niets wilde hem gelukken; zijn besluiteloos karakter bracht hem dieper in de ellende en hij werd wantrouwig en prikkelbaar.
Toen zijn talent eindelijk waardeering scheen te vinden, overleed hij 20 Dec. 1838 in het gasthuis. Zijn beste gedichten zijn zijn elegieën (La T ontzie, enz.), zijn romance Lia Fermière, zijn Contes à ma soeur en zijn novellen in proza (vooral Xe Gui de chêne). Zijn werken verschenen onder den titel Myosotis (1838 en meerm.); zijn briefwisseling verscheen als eerste deel der Œuvres complètes (2 dln., 1890 -91).