of Westereilanden, bij Plinius Hebudes, een langs de westkust van Schotland gelegen groep van meer dan 400 rotseilanden en klippen, van welke ongeveer 90 bewoond worden; zij beslaan een oppervlakte van 7285 km.2 en tellen ruim 100.000 inw., meest kleine landbouwers (crofters) en visschers. Het klimaat is mild, doch regenachtig.
De grond bestaat* voor 6/7 uit naakte rotsen. De H. worden in Binnen- en Buiten-H. verdeeld. De Buiten-H. of Outer islands, zoo geheeten wijl zij aan gene zijde van de Minch (zie ald.) zijn gelegen, bestaan uit vijf groote en een evenwijdig met de kust loopende reeks kleine eilanden; Lewis, het noordelijkste en grootste dezer groep, behoort tot het graafschap Ross-en-Cromarty; zuidelijk volgen o. a. Harris, Noord-Uist, Benbecula, Zuid-Uist, Barra, Natersay, Sandray, Pabbay, Mingalay, tot Inverness behoorend. De Binnen-H. bestaan uit twee groepen; tot de noordelijke groep behooren Skye, Raasay, Scalpay, Cana, Rum, Egg, Muich, en Shona, tot de zuidelijke groep: Muil, Coll, Tiree, Lismore, Kerrera, Colonsay, Jura, Islay, Staf fa, Jona, UI va, Gigha, Scarba, Luing, Seil enz. De voornaamste steden zijn: Stornoway op Lewis, Tobermory op Muil, Bowmore op Islay en Portree op Skye. Het grootste gedeelte van den bodem is eigendom van schotsche groot-grondbezitters, als de hertogen van Argyll, de Macleods, de Macdonalds, de Campbells enz.