in de grieksche mythologie dochter van Zeus en Hera, de schenkster der góden op den Olympus. Daar zij eens bij het overreiken van een drinkschaal viel, werd haar 'tambt ontnomen en dit aan Ganymedes geschonken.
Volgens een andere sage is deze de schenker der góden geworden, toen H. werd uitgehuwelijkt aan den in den kring der góden opgenomen Heracles. Van deze had zij twee zonen, Alexiares en Anicetus. In Sicyon en Phlius is haar naam Dia. De oudheid vereerde haar als de godin der jeugd, en als zoodanig schenkt zij ook voor de olympische góden den verjongenden drank. Te Rome waren haar, onder den naam Juventas (zie ald.), verschillende heiligdommen gewijd en werd zij vooral vereerd als de onverwelkbare kracht van den staat. Onder de voorstellingen van H. in de kunst schijnen volle beelden in de oudheid zeldzaam geweest te zijn; veelvuldiger ontmoet men haar op beschilderde vazen en in reliefvoorstellingen, evenals op munten.
Zij wordt gewoonlijk afgebeeld als een lieftallige maagd, nektar schenkend uit een opgeheven kan, welke voorstelling ook door Canova gevolgd is in zijn wereldberoemd meesterwerk, dat door tal van afgietsels overal bekend is. Voorts kent men nog eenige koppen van H., welke alle het type van Hera vertoonen, maar in jonger, meisjesachtiger vorm. Vergel. Kekulé, Hebe (Leipz. 1867).